Anny Oving: ‘Studenten brengen reuring in de stad’
Als je met haar door de stad fietst is het om de haverklap ’hoi, hee, hoooooooi postbode!’. We hebben hier te maken met een netwerker pur sang: Anny Oving. Zij is Delftenaar van de Week.
Van haar geboortegrond Drenthe is ze via Kampen en Leiden in 1992 in Delft komen wonen. Bij de Rabobank werkte ze als coördinator van de studentenmarkt. Zodoende had ze veel contact met studentenverenigingen en werd ze op den duur als ‘Moeder van de Universiteit’ gezien. Na de Rabobank ging Anny aan de slag voor ‘De Delftse Uitdaging’. Ze kreeg het voor elkaar om (grote) bedrijven en mensen met een beperking op de arbeidsmarkt bij elkaar te brengen. “En het bestaat nog steeds.”
‘Aan de slag als office manager, dat lijkt me geweldig’
Inmiddels is Anny zo’n 1,5 jaar werkzoekend. “Vanwege mijn leeftijd, ik ben 58, is het lastig iets te vinden. Misschien moet ik binnenkort mijn geboortejaar niet meer vermelden op mijn CV.” Het liefst gaat ze aan de slag als office manager. “Dat lijkt me geweldig, lekker dingen regelen.” Inmiddels kijkt Anny ‘heel breed’. “Ik zou ook zo in een winkel gaan staan als dat kon.”
Levenservaring goed inzetten
Vervelen of stilzitten, daar doet Anny niet aan. Er is genoeg te doen in Delft, de stad waar ze van is gaan houden. Als lijstduwer van STIP en nog steeds als ‘Moeder van de Universiteit’ wordt ze nog vaak genoeg om raad gevraagd. “Als je wat ouder bent, heb je ook wat meer levenservaring. Die moet je alleen wel goed inzetten. De afstand tussen de werelden van die van de studenten en de inwoners van Delft is nog steeds groot. Delftenaren roepen soms ‘het zijn ballen, schreeuwerds’. Maar soms moet je gewoon even het gesprek aan gaan, het gaat om de toon die je zet.”
Vrijwilligerswerk genoeg
Volgend jaar is er de tiende editie van ‘Delft on Stage’, een initiatief om VMBO-leerlingen en bedrijven aan elkaar te koppelen. Ook hier is Anny vanaf het begin bij betrokken. “De studenten krijgen trainingen, maken visitekaartjes en leren dat ze niet met een pet op naar een gesprek moeten gaan.” Al het vrijwilligerswerk brengt Anny geen vaste baan. “Dat is niet reëel . Alles is uitgekleed dus daar is geen geld voor.”
De Buurtvrienden
In haar eigen Zeeheldenbuurt ziet Anny ook genoeg studenten. In haar straat zijn twee studentenhuizen, er worden onder het mom van de ‘Buurtvrienden’ gezellige etentjes op straat georganiseerd. “Iedereen neemt dan wat mee en de studenten doen dan wel eens een optreden. En als we met zijn allen eens een dagje de straat gaan opruimen dan zijn ze er ook bij, daar zorg ik wel voor. Doen we daarna met zijn allen een biertje.”
‘Als we met zijn allen de wijk opruimen, dan doen de studenten ook mee. Daar zorg ik wel voor’
Reuring in de stad
Een nadeel aan Delft kan en wil de positieve Anny eigenlijk niet noemen. Toch is het jammer dat de aanwezigheid van zo veel technische kennis en de gemeente niet altijd goed samenkomen. “Ik heb studenten gesproken die volledige ontwerpen klaar hadden liggen voor de verbetering Sebastiaansbrug. Maar daar wordt dan niets mee gedaan.” Anny wil toch vooral benadrukken dat iedereen trots moet zijn op Delft. “Ik fiets alles. Het is letterlijk een dorp. De studenten maken de reuring in de stad, dat is leuk. Omdat hier niet zo’n enorm uitgaansleven is, organiseren de studentenverenigingen veel zelf. Als ik dan bij zo’n brainstorm ben, dan zie ik hoe creatief ze zijn. Dat bezorgt mij zoveel enthousiasme en plezier!”
Delftenaar van de week
Vorige week spraken we met fotograaf Raul Neijhorst, hij schreef het boek Suriname Beken(d)t. Lees zijn verhaal hier terug. Ken jij iemand die ook Delftenaar van de week zou moeten worden? Tip de redactie.