Dennis van der Drift: ‘Ik word al mijn hele leven Malle Pietje genoemd’
“Ze noemen me al mijn hele leven Malle Pietje omdat ik altijd alles ruil. Dan ga ik ’s ochtends van huis en kom ik ’s avonds thuis met een Harley.” Aan het woord is Dennis van der Drift, Delftenaar van de week en mede-eigenaar van Koffie&Zo.
Dennis groeide op in de horeca in Leiden, waar zijn ouders twee grote zaken hadden. “Dat ruilen begon al toen ik jong was. Eerst schoenen en t-shirts, later werden dat brommers, motoren, auto’s…eigenlijk alles.” Dennis nam het horecaleven over van zijn ouders. “Mijn vader zei: ‘Als ik het kan, kan jij het ook’. Ik begon op mijn 21e, Koffie&Zo is mijn negende zaak. Alle eerdere zaken heb ik verkocht én die bestaan nu nog. Mensen zeggen wel eens ‘o dat is zeker fout gegaan’, maar dat is nergens het geval geweest. Daar ben ik best trots op. In die horecazaken – vaak lunchrooms – verkocht ik ook altijd spullen, net zoals hier in Koffie&Zo.” Het koffiezaakje begon hij 10 maanden geleden met zijn vriendin Katja Rompelman.
Het verhaal van de houten fiets
In het opgeknapte pand op de hoek van de Koornmarkt en de Peperstraat vallen vooral de fietsen aan het plafond op. Voor de toonbank staat een solex. “Elke zichzelf respecterende barista heeft gewoon iets met fietsen. Het verhaal van de houten fiets (ook te zien op de foto) is een bijzondere. Samen met een vriend maakte ik het ontwerp voor de fiets, we lieten een ingenieur de krachten berekenen. Die vriend maakte die fiets maar nu heb ik hem. Geruild natuurlijk, tegen een prachtig Omega horloge. Mensen bieden er wel eens op, maar dat is nooit genoeg, haha!”
Hoe hij er op komt om zo’n fiets te maken? “Gewoon, creativiteit. Ik zit altijd vol met ideeën. De solex die hier staat heb ik opgeknapt en met verf een roestige uitstraling gegeven, dat wordt ‘ratlook’ genoemd. Dat doe ik ook met een oud Volkswagenbusje. Die wagen staat helemaal strak, er zit geen plekje roest op. Maar ik geef het zelf een roestige uitstraling, gewoon omdat het mooi is.”
Station is een mislukking
Het stationsgebouw noemt Dennis een totale mislukking. “Het is alsof je een rij hele mooie tanden hebt met één rotte er tussen. Dat er werd gezegd dat alle Delftenaren het een mooi gebouw vinden, dat is een grove leugen. Al toen ze het skelet aan het opbouwen waren, dacht ik: ‘mijn god’. En ik hou echt wel van modern, dus dat is het niet. Het is gewoon geen mooi gebouw. Maar ja, als Delftenaar heb je er geen zeggenschap over hoe het er uit komt te zien.”
Om het openbaar vervoer in de binnenstad maakt Dennis zich ook druk. “Het is echt gevaarlijk. Fietsers moeten stoppen voor haaientanden maar knallen overal gewoon door. En dan die te grote bussen in smalle straatjes. Een scheef geparkeerde auto kan al voor een verkeersinfarct zorgen. Onlangs reed hier voor de deur een bus bijna het gebouwtje van de rondvaarboten omver.”
Praatje pot
25 jaar woont Dennis nu in Delft. “Ik voel me hier thuis. Het is net een groot dorp. De mentaliteit van de mensen is goed, Delftenaren houden van ‘praatje pot’. Gewoon, gezellig.” De Oude Jan vindt Dennis geweldig. “Dat scheve, dat karakteristieke. Natuurlijk de grachten met al die mooie panden, daar zou ik best wel willen wonen.” Toch voelt Dennis zich ook erg fijn in zijn huis in Delfgauw, daar woont hij met zijn vriendin Katja. “Het is heerlijk om na een hectische dag in de stad weer terug te komen in die rust. Tegen de Delftse Hout aan, lekker de natuur in.”
Delftenaar van de week
Vorige week was wijkagent Laura van Kregten Delftenaar van de Week. Lees hier haar verhaal. Ben of ken jij iemand die Delftenaar van de week zou moeten worden? Tip de redactie van delft@indebuurt.nl.