Mara Verhoeff: ‘Ik ben verliefd op Delft’
“Ik ben verliefd op de stad”, zegt Mara Verhoeff (26). En hoe kan het ook anders, als ‘binnenstadkind’. Opgroeien bij Kobus Kuch en Knus en nu zelf achter de bar bij De Beierd.
Mara is de middelste van de Verhoeff-zussen. Tot haar derde woonde ze boven Kobus Kuch, de zaak van haar ouders. Toen kwam Knus in Delftse Hout. “Een topplek om op te groeien. We woonden in de binnenstad maar we waren heel vaak bij Knus te vinden. Dat is natuurlijk een kinderparadijs en we hadden ook nog een heel park om in rond te rennen. Ik vond het geweldig, hoeveel mensen kunnen nou elke dag hun kinderen meenemen naar het werk?”
Achter de toog
En ja hoor, het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Haar zussen deden de hotelschool en Mara staat nu zelf ook in de kroeg De Beierd. Tijdens haar studie Cultureel Maatschappelijke Vorming in Den Haag leerde ze haar vriendin Sanne Barkhuijsen kennen. Ze konden goed samenwerken en werden op de opleiding de ‘Delft-clan’ genoemd. Nu wonen ze samen op het Bagijnhof. Het is geen toeval dat Mara na haar studie met zo veel plezier in ‘rugbykroeg’ de Beierd is gaan werken, ze is een fanatieke speelster van het damesteam van RC Delft.
Meteen verkocht
Op haar 17e verloor Mara een weddenschap van vrienden. De jongens vonden rugby ‘echt wat voor haar’ en dus werd de tegenprestatie dat ze een keer mee ging trainen. Het damesteam was toen net in oprichting. En ze was vrijwel meteen verkocht. “In het veld gaat het er hard aan toe maar daarna is het vrijwel altijd gezellig. Rugby heeft zo’n bijzondere cultuur met liederen, bier en weinig schaamte. Op een rugbyfeest ontkom je er bijna niet aan om een paar blote mensen te zien.”
Komend seizoen op het erepodium
Maar het is ook zeker serieus, Mara heeft een doel: “Dit seizoen speelden we in de hoogste klasse en hebben we ons weten te handhaven. Komend seizoen wil ik de top 3 halen. We zijn een team met ambitie en tegelijkertijd zijn we ook een echte vriendinnengroep.” Dat betekent dat ze wel even pissig zijn als iemand op zondag te brak is om te spelen, maar dat het eigenlijk ook bijna nooit voor komt. “Want iedereen wil er voor gaan. Zelf doe ik er fitness en krachttraining naast en ik raad ook iedereen aan om dat te doen. Rugby is een harde sport maar je komt heus niet altijd met een gebroken been van het veld af. De blauwe plekken zijn wel onvermijdelijk.” Het team bestaat nu uit zo’n 25 tot 30 dames maar kan altijd versterking gebruiken. Mara raakt er niet over uitgepraat hoe leuk de groep is. “We hebben van alles, van modepoppetje tot olifantenverzorger. Maar iedereen kan dus wel tegen een stootje.”
Scouting is goed voor kinderen
Wie denkt dat Mara alleen maar op de rugbyclub is te vinden, heeft het fout. “Deze zomer was ik nog op kamp met de scouts van de Paulusgroep, ik ben al vanaf mijn 4e jaar lid. Veel mensen hebben er zo hun mening over maar ik zeg altijd: ‘Je mag wel denken dat het stom is, maar ik weet gewoon zeker dat je het ook heel leuk had gevonden’. De activiteiten zijn heel divers en niet competitief, dat is gewoon heel goed voor kinderen. Ook als je niet hard kunt rennen ben je bij scouting op je plek.”
Regeltjes, regeltjes
Aan Delft vindt Mara ‘alles mooi’. De gezelligheid, de straatjes en vooral de terrasjes. “Veel mensen zeggen dat ze Delft dorps vinden. En het heeft er wel wat van weg maar eigenlijk is dat het ook niet. Want als ik door De Hoven loop dan ken ik nog zo veel mensen niet. Dat vind ik leuk.” Mara moet lang nadenken over de vraag wat er minder leuk is aan Delft maar komt toch met iets. “De regeltjes. Overal zijn regels voor. Bij de Beierd wilden we bijvoorbeeld een kleine uitbreiding van het terras aan de kant van de kerk. De kerk was er blij mee want dan staan daar geen fietsen geparkeerd. En wij wilden het ook graag, maar het gaat nu toch niet door omdat bewoners het per se niet willen. Ze zijn bang voor overlast. Zoiets speelt er ook op de Paardenmarkt. Alsof een terras per definitie voor overlast zorgt, ik zie het juist als iets positiefs. Het zorgt voor gezelligheid in de stad.”
Fantaseren over eigen zaak
Hoewel Mara Cultureel Maatschappelijke Vorming heeft gestudeerd, is ze net als haar familie toch in de horeca beland. “Ik ben er heel blij mee dat ik bij de Beierd kon gaan werken na mijn studie, ik vind het echt leuk. En ik zie wel wat er op mijn pad komt. Veel mensen vragen wel of ik een zaak voor mezelf zou willen beginnen. Ik fantaseer er soms wel eens over, het moet dan wel een café worden en geen ‘restaurant-restaurant’. Maar voorlopig is dat helemaal niet serieus en zit ik heel goed op mijn plek.” In Delft blijft Mara sowieso. “Ik roep altijd: als ik in Nederland blijf – en dat is wel het plan – dan blijf ik in Delft!”
Delftenaar van de week
Vorige week spraken we met Tilly Kaisiëpo over Poptahof en de Moe’stuin. Ken jij iemand die ook Delftenaar van de week zou moeten worden? Tip de redactie.