Het is gedichtendag: 4 x Delft in rijm
Je denkt misschien dat dit een gewone donderdag is. Maar nee, donderdag 26 januari is Nationale gedichtendag. En natuurlijk ontbreekt ons mooie stadje niet in de eindeloze collectie van Nederlandse gedichten. We zetten vier geweldige Delftse gedichten op een rijtje.
Een oudje
Hieronymus van Alphen – uit Nederlandsche gezangen (1779)
o Delft, o Hofpaleis! gij deed mijn boezem gloeien,
Toen ik die trappen zag,
Waarlangs mijn Vaderland een tranenstroom deed vloeien,
Toen Willem daar op lag.
Mijn ziel werd gans gevoel; ik moest mijn vingers steken
In die doorschoten wand.
Ik zag, ik hoorde hem die laatste woorden spreken:
Mijn God, Mijn Vaderland!
Zo ge ooit, mijn landgenoot! zijn heilige as moocht nadren,
Kniel dankend bij zijn graf!
Er droomt geen Hollands bloed in uw verbasterde aadren,
Gaat gij er koel van af.
Deze klassieker
De werkzaamheden in de spoorzone mogen dan soms een doorn in het oog zijn, door dit soort versieringen werd er het beste van gemaakt. Vanaf april 2012 prijkten deze gedichten van leerlingen van Delftse scholen op de tijdelijke muren.
Over ‘Zicht op Delft’ van Vermeer
Albert Verwey – 1918
Delfse Vermeer, ziende naar Delft, zoals hij het zal schilderen
De kunst ligt op straat
