Loes is al 30 jaar een échte horeca-vrouw: ‘Zelfs hondjes worden op hun wenken bediend’
Loes van Damme (60) is de vrouw achter Lunchroom Leonidas in de Choorstraat. Ze is hier al 30 jaar eigenaar en gastvrouw. Ze heeft ondertussen een flinke Delftse achterban opgebouwd en ook uit naburige steden komen de vaste gasten steeds maar terug. Hoe ze dat doet? Vooral door haar eigen ding te doen.
Als je binnenkomt valt het meteen op: Loes is hartelijk en maakt graag een praatje met iedereen. Nog voordat ons achterwerk de stoel raakt, krijgen we een schaaltje bonbonnetjes voorgeschoteld. Loes laat trots een foto zien: “Kijk, hier sta ik op de foto met een familie die ik al vier generaties bedien. Ze zijn al 30 jaar klant en blijven hier terugkomen. Van overgrootoma tot kleinkind.”
‘Iedere gast heeft een eigen verhaal’
Loes lijkt de kunst van het gastvrouw-zijn tot in de puntjes te hebben geperfectioneerd. “Iedere gast heeft een eigen verhaal. Ik wil graag een goede gastvrouw zijn. Kinderen krijgen hier bijvoorbeeld altijd een kleurplaat bij binnenkomst en zélfs de hondjes worden hier op hun wenken bediend met een bakje water en brokjes.”
Dat zij al zo lang zelf bedient, is best bijzonder: “In Delft is er bijna geen eigenaar die al zo lang zelf elke dag in de zaak staat. Bij veel zaken zijn ze na een tijdje of op de achtergrond bezig, of ze verkopen het van bedrijfsleider op bedrijfsleider.”
Haar eigen draai
Loes weet heel goed wat ze wil met haar zaak. “Luister eens”, zegt Loes met één vinger in de lucht. “Juist. Ik draai dus al 30 jaar geen muziek in mijn zaak. Het geroezemoes vind ik genoeg en zo kan je elkaar tenminste verstaan. Ik heb heel veel klanten die hiervoor terugkomen.” En dat is niet de enige persoonlijk voorkeur die Loes met Leonidas haar eigen draai geeft: “Nu is dat natuurlijk overal, maar 30 jaar geleden was ik een van de weinigen die al rookvrij was. Vooral omdat ik het zelf gewoon vies vond. Dat is toch niet lekker als je zit te eten?”
Loes’ klandizie bestaat uit volgens haar vooral uit heel veel verschillende Delftenaren: “Zo komt het Delftse Vrouwennetwerk hier al sinds jaar en dag gezellig borrelen, maar er komen ook heel internationale studenten om hier te studeren. Ik heb namelijk onder elke tafel een stopcontact en goede Wi-Fi.” Mede door dit gemêleerde publiek wil ze nooit meer weg uit Delft: “Het is een prachtplek.”
‘Ik sterf in het harnas’
Nieuwe tentjes in Delft
Ondanks dat Loes nu boven de 60 is, is ze nog lang niet van plan te stoppen. “Ik zeg altijd, ik sterf in het harnas. Bij wijze van spreken dan hè, ik ben in ieder geval nog lang niet klaar.” In die 30 jaar heeft ze behoorlijk wat voorbij zien komen in Delft. Bijvoorbeeld ook dat de laatste jaren de nieuwe horecazaken in Delft als paddenstoelen uit de grond schieten. Echt gecharmeerd van die ontwikkelingen is ze niet: “Er zijn gewoon heel veel tentjes waarvan je nu al weet dat die het niet gaan redden. De eigenaren hebben soms geen idee wat ze te wachten staat en hoeveel werk er bij komt, buiten de uren op de vloer. Dat is zonde van alle energie die erin gaat zitten.”
‘Niemand zeg ‘Loes, dat gaan we niet doen”
Ondernemen
Met haar passie zit het bij deze horecavrouw wel goed, is te merken aan haar enthousiaste manier van vertellen. “Ondernemen is zó leuk. Ik kan echt zelfstandig zijn. Er is niemand die zegt ‘dat gaan we niet doen, Loes’. Heerlijk.”
En Loes is niet het enige ‘van Dammetje’ dat in Delft druk aan het ondernemen is. Loes’ zoon Rogier is niet alleen eigenaar van Eetcafé de Beierd, maar ook van De Gist dat deze zomer opent. “Ik vind het prachtig dat hij ook zo ondernemend is. Heel leuk dat hij zijn eigen ding heeft. Een zaak van je moeder overnemen is toch niet leuk!”
‘De beste gastvrouw van Delft’
Wat is volgens Loes nu de sleutel tot goed gastvrouw-schap? “Je moet echt in dienst willen staan van je gasten”, zegt ze diep nadenkend. “Je moet niet te lui zijn om te lopen. Als je een leeg kopje ziet, dan ga je het vullen. Als er iemand alleen binnen komt, leg je wat tijdschriften op tafel. Dat soort kleine, maar onmisbare dingen.”
Als we opstaan om weg te gaan spreekt een vrouw een tafeltje verder ons aan: “Mevrouw, mag ik nog even wat aanvullen? De allereerste keer dat ik hier was, wilde ik alleen maar even gebruik maken van het toilet. Loes was zo warm en hartelijk en ik voelde me zó welkom, terwijl ik toen niet eens iets te drinken of eten nam. Sindsdien kom ik hier al jaren voor de lunch. Ik durf wel te zeggen dat zij de beste gastvrouw van Delft is.”
Delftenaar van de Week
Iedere week interviewen we een Delftenaar over zijn of haar bezigheden. En waarom vindt hij of zij Delft zo mooi? En wat kan er beter? Dat levert bijzondere verhalen op, die allemaal hier terug te vinden zijn. Vorige week spraken we met de Delftse Graziella Idili, die meervoudig wereldkampioene Taekwondo is.
Ken jij iemand die echt Delftenaar van de Week moet worden? Geef hem of haar op bij de redactie.