Tjan van Loenen repareert al ruim 30 jaar de klok van de Nieuwe Kerk
De horlogerie van Tjan van Loenen is al bijna 100 jaar in zijn familie. Je zou misschien verwachten dat hij iedere reparatie al een keer gedaan heeft. Maar Tjan heeft zich nog geen seconde verveeld: “Ik kom iedere week wel iets tegen dat ik nog nooit heb gezien.”
Tjan stond als klein jongetje al met zijn vader mee te kijken in de werkplaats. “Ik vond het toen al prachtig. Als horlogemaker heb je voor iedere handeling weer ander gereedschap nodig, dat maakt het uitdagend.” Hij kreeg het horlogemaken dus met de paplepel ingegoten. Voor de vader van Tjan geldt hetzelfde, diens vader leerde het ambacht weer van zijn baas. “Onze horlogerie bestaat al sinds 1842. Destijds had het nog wel een andere naam en zaten we aan de Oude Delft. Toen mijn opa het bedrijf in 1919 overnam, zijn we naar de Markt verhuisd.”
Antieke klokken
Intussen is het bedrijf al 30 jaar in handen van kleinzoon Tjan. In die jaren (en eigenlijk daarvoor ook al) heeft hij een speciale liefde ontwikkeld voor het repareren van antieke klokken. “Ik vind het heel bijzonder dat die uurwerken zó lang mee gaan. Ik heb hier klokken hangen van wel 300 jaar oud die het nog steeds doen. Ongelooflijk hoe duurzaam ze zijn.” Intussen komen mensen van heinde en verre om hun antieke klok bij Tjan te laten maken. “Ik heb een wachttijd van vier maanden, want ik ben één van de weinige zaken in Nederland die het ambacht van het repareren van antieke klokken nog verstaat.”
35 jaar met één horloge
Dat neemt niet weg dat hij ook graag ‘gewone’ horloges repareert: “Er komen mensen die hun horloge hier 35 jaar geleden hebben gekocht. Ik plaats er een nieuw batterijtje in en doe het nodige onderhoud, zo hij kan weer jaren mee. Het is voor mij belangrijk dat die horloges het zo lang doen, omdat een horloge vaak iets voor mensen betekent. Ze hebben ze van hun vader gehad, bijvoorbeeld.”
De klok van de Nieuwe Kerk
Maar Tjan houdt het niet alleen bij het kleine werk van horloges en antieke klokjes. Hij repareert ook één van de grootste antieke klokken van Nederland: de klok van de Nieuwe Kerk. “Het uurwerk is 3 bij 3 bij 3 meter. De speeltrommel waarop de melodie ieder kwartier wordt afgespeeld is zó groot, dat ik er gewoon in kan staan.” En Tjan kan het weten, want hij staat ieder half jaar samen met de stadsbeiaardier in de toren. “We zorgen dan samen dat het carillon weer een andere melodie speelt. De beiaardier bedenkt de melodie, ik zorg dat het technisch gezien werkt.” Daarnaast onderhoudt hij ook het torenuurwerk. “Doordat het zo groot is, loopt de olie makkelijk weg en dat is wel waar het uurwerk op loopt. Dat vul ik iedere keer weer aan.”
Bekijk hier hoe Tjan de torens onderhoudt:
Koninklijke begrafenissen
Naast het uurwerk van de Nieuwe Kerk onderhoudt Tjan ook het uurwerk van het stadhuis en die van de Oude Kerk. Omdat hij die laatste onderhoudt, heeft hij ook de eer de klok te luiden bij een koninklijke begrafenis. “Dat is in principe niet zo bijzonder, hoor. Je haalt een schakelaar over en dat is het. De klok is zo groot en zwaar, dat kan je niet alleen doen. Daarom gebeurt het nu elektrisch. Vroeger kwamen daar 16 man aan te pas.” Maar het uitzicht, dat is wel bijzonder: “Ik heb gezien hoe de koetsen van Claus, Juliana en Bernhard onder de toren doortrokken. Dat is wel speciaal, ja.”